In de jaren 70 van de vorige eeuw ontdekte de Franse osteopaat Jean-Pierre Barral dat er een voortdurende beweging plaatsvindt tussen de fascie van de inwendige organen (viscera) en zijn omgeving en dat je daar met manuele technieken invloed op kan uitoefenen.
De fascie zorgt ervoor dat de organen ten opzichte van de omgeving kunnen glijden en bewegen en tegelijkertijd dat er genoeg verbindingen zijn om de onderlinge relaties stabiel te houden.
Op deze manier kan het lichaam bewegen zonder de organen te irriteren en zullen de organen op hun beurt het lichaam niet beperken in bewegingsvrijheid.
Als de beweging wordt verstoort bijvoorbeeld als gevolg van een ontsteking, een verkleving, emotionele lading of abnormale spanning dan heeft dit niet alleen invloed op het functioneren van het betreffende orgaan maar ook op de rest van het lichaam.
Over het algemeen zullen er in zo'n geval in eerste instantie beperkingen en irritaties in het bewegingsapparaat ontstaan via de vele fasciale verbindingen tussen de organen en het bewegingsapparaat en pas later klachten van de organen zelf.
Jean-Pierre Barall is de viscerale therapie blijven doorontwikkelen zodat we nu de mogelijkheid hebben om verstoorde bewegelijkheid van bindweefsel in het gehele lichaam vast te stellen, te onderzoeken en te behandelen.
Dus niet alleen het bindweefsel rondom de organen maar ook de wervelkolom, het bekken, de schedel, de gewrichten, spieren, bloedvaten, zenuwen, hersenvliezen en zelfs het brein zijn te behandelen met deze zachte manier van werken.
In mijn behandelingen combineer ik Bowen en viscerale technieken naargelang wat nodig is
De fascie zorgt ervoor dat de organen ten opzichte van de omgeving kunnen glijden en bewegen en tegelijkertijd dat er genoeg verbindingen zijn om de onderlinge relaties stabiel te houden.
Op deze manier kan het lichaam bewegen zonder de organen te irriteren en zullen de organen op hun beurt het lichaam niet beperken in bewegingsvrijheid.
Als de beweging wordt verstoort bijvoorbeeld als gevolg van een ontsteking, een verkleving, emotionele lading of abnormale spanning dan heeft dit niet alleen invloed op het functioneren van het betreffende orgaan maar ook op de rest van het lichaam.
Over het algemeen zullen er in zo'n geval in eerste instantie beperkingen en irritaties in het bewegingsapparaat ontstaan via de vele fasciale verbindingen tussen de organen en het bewegingsapparaat en pas later klachten van de organen zelf.
Jean-Pierre Barall is de viscerale therapie blijven doorontwikkelen zodat we nu de mogelijkheid hebben om verstoorde bewegelijkheid van bindweefsel in het gehele lichaam vast te stellen, te onderzoeken en te behandelen.
Dus niet alleen het bindweefsel rondom de organen maar ook de wervelkolom, het bekken, de schedel, de gewrichten, spieren, bloedvaten, zenuwen, hersenvliezen en zelfs het brein zijn te behandelen met deze zachte manier van werken.
In mijn behandelingen combineer ik Bowen en viscerale technieken naargelang wat nodig is
In the 1970's French osteopath Jean-Pierre Barral discovered the continuous movement between the fiscal tissues surrounding the internal organs (viscera) and their environment.
These tissues ensure the possibility to glide on one hand and on the other give sufficient stability to sustain coherence in the organ system as a whole.
In this way the body can move freely without causing irritation on the internal organs and the organs give the body the slack to do so.
Strains in the connective tissues can impair this freedom of movement. They can be the result for instance from surgical scars, infection, inflammation, adhesion, emotional charge or abnormal tension causing tensional patterns throughout the fascial network creating a cascade of effects both locally and far away from the initial source, all of which the body has to compensate for.
Barall's clinical work showed that techniques developed for the connective tissues around the viscera where equally effective in all other areas of the body as well resulting in a system that can assist the body to move as harmonious as possible in its totality.
During my sessions I combine both Bowen and visceral techniques depending on what is needed in the moment
These tissues ensure the possibility to glide on one hand and on the other give sufficient stability to sustain coherence in the organ system as a whole.
In this way the body can move freely without causing irritation on the internal organs and the organs give the body the slack to do so.
Strains in the connective tissues can impair this freedom of movement. They can be the result for instance from surgical scars, infection, inflammation, adhesion, emotional charge or abnormal tension causing tensional patterns throughout the fascial network creating a cascade of effects both locally and far away from the initial source, all of which the body has to compensate for.
Barall's clinical work showed that techniques developed for the connective tissues around the viscera where equally effective in all other areas of the body as well resulting in a system that can assist the body to move as harmonious as possible in its totality.
During my sessions I combine both Bowen and visceral techniques depending on what is needed in the moment